Indonesie - Lombok, Komodo Islands en Bali

Zaterdag 29 oktober zijn we vanaf de Gili eilanden naar het eiland Lombok gevaren en met de bus naar de kustplaats Senggigi gereden. In Lombok is het zowel Hindoeistisch als Moslims, tempels en moskeën wisselen elkaar af. Het is hier minder heet dan op de Gilis en er is gelukkig minder verkeer in vergelijking met Bali. In Senggigi hebben we twee nachten in een goedkope homestay geslapen, voor €4 p.p. inclusief een pannenkoek ontbijtje. Het stadje Senggigi spreekt ons niet zo aan, maar het is een goede plaats om een stukje van het eiland te bekijken en daarnaast vertrekt er een boottrip vanuit hier die we graag willen doen.

Op zondag zijn we via de kustlijn naar het noorden van Lombok gereden om twee bekende watervallen te bekijken. Hoewel de duur wat tegen viel, was de rit er naartoe erg mooi. Onderweg zagen we wilde apen de weg oversteken en de bomen inklimmen. En verderop in een dorpje zijn we gestopt om te kijken hoe een dorp gezamelijk een moskee aan het bouwen was. Eén voor één werden de emmertjes cement doorgegeven naar boven (foto). Of het efficient is weten we niet, maar het zag er in ieder geval erg gezellig uit! Aangekomen op de bestemming zagen we na een kwartiertje traplopen de eerste waterval Sendang Gile. Omdat het zondag was waren hier veel Indonesiërs aan het lunchen en was het een gezellige drukte rondom de waterval. Voor de tweede waterval werd een gids aangeraden omdat deze moeilijker te bereiken zou zijn en verscholen ligt in de jungle. Maar omdat de lokale Indonesiërs de weg wel kennen, zijn we op eigen initiatief een groepje gevolgd ; ) Na een hele gave hiking van een klein uurtje door de jungle en rivieren kwamen we aan bij de tweede waterval Tiu Kelep. Deze overtrof dubbel en dwars de eerste waterval, wat een geweldig uitzicht! Het was hier helemaal niet druk. Overal hing nevel en hoorden we het harde gekletter van het water. We hebben allebei een duik in het ijskoude water genomen. Heerlijk.

De tweede dag hebben we één van de heiligste tempels in Indonesie bezocht, de Suranadi tempel. Een pelgrimsoord voor Hindoes uit Lombok en Bali. Deze temepl staat bekend om het heilige water dat vanuit Mountain Rinjani de tempel binnenstroomt. We zagen enkele mensen die aan het bidden waren en daarna hun meegebrachte flessen vulden met het heilige water om mee naar huis te nemen. Vlakbij de tempel lag een 'zwembad' met fris natuurlijk bronwater uit de bergen, waar Mark in heeft gezommen. In de namiddag wilden we een tempel in Lingsar bezoeken, maar dit plan viel letterlijk in het water. De regen kwam uren lang met bakken uit de lucht vallen: het regenseizoen is begonnen!


Dinsdag 1 november start onze 5 daagse roundtrip per boot naar het Komodo National Park (bestaande uit de eilanden Komodo, Rinca en Padar). We hebben niet echt een idee wat we kunnen verwachten wat betreft de uitrusting op de boot en zelfs de dagindeling is voor ons niet helemaal duidelijk, maar we hebben er zin in. Met de bus rijden we van west naar oost Lombok om in de haven Labuan op een houten schip te stappen. Met een groep van ongeveer 30 mensen met verschillende nationaliteiten brengen we de komende 5 dagen door op dit schip. ‘s Middags zijn we naar het kleine eilandje Kondo gevaren, waar we hebben gesnorkeld en met de groep rondom het kampvuur hebben gegeten. Terug op de boot is het tijd om te gaan slapen. Vanwege ons budget hebben we gekozen voor dekplaatsen (ipv cabine), dat wil zeggen: als het regent word je nat. Met een matrasje en een kussen hebben we een mooie slaapplek op het upperdeck gevonden, recht onder de sterrenhemel en met de wind in onze haren. Top! De hele nacht hebben we gevaren naar onze volgende bestemming, het onbewoonde Satonda eiland.

De zon maakt ons vroeg wakker, om 6.30u zitten we aan het ontbijt en om 7.15u begint een pittige hiking bergop (nu al 40 graden). We hebben uitzicht op het mooi groen gekleurd kratermeer. De weg terug glijden we van boom tot boom naar beneden. In het kratermeer, dat is gevuld met zout water, krijgen we een gratis Dr. Fish behandeling om de dode huidcellen van je voeten te verwijderen (hoewel de visjes niet erg hongerig waren). Naast het meer zien we de wensbomen staan, waar inwoners van buureiland Sumbawa bijeenkomen om een steen in de boom te hangen, waardoor hun wens zou uitkomen. Voordat we terug aan boord gaan, krijgen we tijd om bij het eiland te snorkelen. Het koraal is hier enorm kleurrijk, evenals de vissen, het was de mooiste snorkelplek tijdens de boottrip.

Na 2 dagen op zee is het hoogtepunt van deze boottrip in zicht: de Komodo eilanden. Hier, en hier alleen, komt de Komodo dragon in het wild voor, de grootste hagedis op aarde. We worden rondgeleid door twee rangers en maken een rondje van 4 km over het Komodo eiland. Al vrij snel komen we de eerste Komodo dragons tegen, best wel spannend. We hebben nog geen 2 meter van de dino’s afgestaan. De ranger houdt de dieren goed in het oog en heeft een grote stok bij zich, met aan het uiteinde een t-splitsing, om (indien nodig) deze gevaarlijke dieren op afstand te houden. De ranger verteld ons dat er in 2009 een man is overleden door een aanval van de dragons. Een beet van de dragon is dodelijk door zijn bacterien die hij achterlaat. Na deze tocht krijgen we tijd om te snorkelen en af te koelen. ‘s Middags varen we door naar Flores, en al varend zwemmen er groepen dolfijnen met ons mee.

Op dag 4 gaan we verder met Komodo dragons spotten op het eiland Rinca. De stevige tocht van 5 km in de hete zon is mooier dan gister vanwege de omgeving en de actievere dragons. Tijdens onze wandeling horen we het gegrom van 2 vechtende dragons en wanneer we dichterbij komen sluipen ze van elkaar weg. Naast de dragons zien we hier ook apen, en buffels die verkoeling zoeken in een modderbad. Zij zijn de prooien van de dragons die op dit eiland leven. Terug op de boot hebben we veel lol met het spelletje Uno dat we op het dek spelen. Ook vanavond eten we op de boot en varen we s’nachts door naar onze volgende bestemming.

De volgende ochtend maken we een pitstop op het Moyo eiland voor een mooie wandeling door een dorpje richting een waterval. Al slingerend aan een touw nemen we een sprong in de waterval (filmpje) voordat we weer verder varen voor een snorkelpauze en vervolgens naar de eindbestemming Lombok. Bij aankomst in Labuan haven staan de bussen richting Mataram al op ons te wachten en moet iedereen vluchtig afscheid nemen van elkaar. We hebben een ontzettend gave boottrip gehad!


Zondag worden we wakker met spierpijn en de rest van de dag hebben we nodig om te herstellen van de boottrip. ‘s Middags even het centrum van Mataram in en s’avonds naar Senggigi omdat we hebben afgesproken met Brazilaanse vrienden die we op de boottrip hadden ontmoet. Erg gezellig! Wellicht dat we elkaar in Vietnam nog eens zien. Maandag 7 november zijn we de hele dag onderweg geweest. Eerst met de bus naar de haven in Lombok, vanuit daar met de very slow ferry naar Bali, en vervolgens met de bus en bemo naar Denpasar. Deze stad stond eigenlijk niet op de planning (hier zijn we al geweest), maar aangezien onze paspoorten nog op het immigratiekantoor liggen voor de verlenging van ons visum hebben we geen keus.

De volgende morgen krijgen we bij onze homestay traditionele Balinese cakejes als ontbijt, allemaal gemaakt van rijst en kokosmelk en mierzoet. Genoeg energie om de dag mee te beginnen. Het ophalen van ons visum verliep niet geheel vlekkeloos, na betaling krijgen we te horen dat we morgen maar terug moeten komen (...). Er zit niks anders op. Met de scooter rijden we door naar de westkust van Bali om de bekende zeetempel Tanah Lot te bezoeken. Omdat het eb is, kunnen we rondom de tempel lopen maar de tempel zelf is enkel toegankelijk voor Balinezen. Sofie is gezegend door de Hindu priester, eerst werd ze besprenkeld met het heilige water, daarna heeft ze rijst op haar voorhoofd en een bloem achter haar oor gekregen. Uiteraard in ruil voor een ‘vrijwillige’ donatie, want het is hier wel toeristisch. Toen het begon te regenen zijn we snel terug gereden richting Denpasar.

Woensdag 9 november hebben we Denpasar dan toch verlaten (mèt onze paspoorten op zak) en zijn we met de bemo naar Ubud in centraal Bali gereden. In de middag zijn we met de scooter op pad gegaan. Met uitzicht over de bekende terrasrijstvelden en een Gamelan orkest op de achtergrond zijn we gaan lunchen in Tegallalang. Terug in Ubud hebben we ons twee uur lang in de watten laten leggen in een Spa. Na een massage van ruim een uur krijgen we een body mask en mogen we relaxen in een bad gevuld met rode bloemblaadjes. Ondertussen krijgen we passievruchten en een kopje thee aangeboden. Need we say more?

Op onze laatste dag in Indonesië hebben we één van de belangrijkste tempels op Bali bezocht, de Tirta Empul (tempel van het heilige water). Dit is een bedevaartplaats waar de Balinezen zich reinigen in het heilige water voor gezondheid en geluk. Omdat het vandaag (10 november) volle maan is, een heilige dag voor de hindoeïsten, is het tempelcomplex gevuld met Indonesiërs en wordt er een belangrijke dienst gehouden (die we hebben bijgewoond). De mensen wassen zich in de baden met het heilige bronwater, en bij iedere waterstraal herhalen ze hun ritueel. Het is een mooi gezicht. Dit is toch wel de meest indrukwekkende tempel die we in Indonesië hebben gezien. Vervolgens hebben we het oude monument Gunung Kawi bezocht. Dit zijn tien gedenktekens (candi’s) uit de 11de eeuw die uit de rotsen zijn uitgehouwen op de bodem van een groene vallei. De herkomst van de 7m hoge candi’s zijn niet echt bekend, ze zijn waarschijnlijk ter ere van een koninklijke familie gemaakt. Aan beide kanten van de rivier bevinden zich in totaal negen candi’s. We wisten dat de tiende candi ergens verscholen zou liggen in de vallei, een boer die op de rijstvelden aan het werken was heeft ons naar deze plek toegebracht.

Op 11 november vliegen we naar Singapore.